Jaren geleden heeft Arnhem besloten niet mee te doen aan het stadsdichtersschap. Dat is nog steeds zo, wat inhoudt dat er geen potje is (geen geld) voor een stadsdichter, deze wordt niet uitgenodigd voor de evenementen waarop een stadsdichter aanwezig is en deze krijgt geen ruimte om namens de stad een dichtbundel uit te brengen.
Dit jaar ben ik gevraagd (zie vorig nieuwsbericht) een nieuwjaarsreceptie te verzorgen als dichter. Na het optreden raakte ik in gesprek met verschillende mensen, ondernemers, maar ook de burgemeester, wethouder van cultuur, en andere mensen uit deze sector. In meerdere gesprekken werd er gevraagd naar mijn ambities waren met schrijven. Mijn grootste ambitie was om, ooit eens, stadsdichter te worden. Daarna ging alles snel; plots was ik benoemd tot Stadsdichter van Arnhem. Dit kan alleen maar ‘officieus’, je moet zo genoemd worden, een andere weg is er (nog) niet in Arnhem.
Op een dag maken weer een officiële functie van. Het is de titel aannemen of afwijzen. Ik koos voor de eerste.
Beste Jesse,
Met alle respect, “Eerste Arnhemse Stadsdichter?”
Vergeet je Johnny van Doorn niet?
Inderdaad, Wouter.
Johnny was de eerste, de echte, en blijft de enige stadsdichter van Arnhem ooit.
Het is zelfs zeer pretentieus om jezelf zo te benoemen.
Daarnaast staat Laport qua niveau niet eens in de buurt van de schaduw van Van Doorn.
Snel vergeten en keihard negeren dus.