De kat is een zak
botten met bont
zijn nagels in mijn broek
haren op mijn bank
De kater komt later
zeggen de mensen
de mijne komt niet
of te vroeg
De kats wil is weg
de enige weg
eten op zijn plek
grit in zijn bed
De kat is mijn wekker
met permanente snooze
die bij wegwerpen
op zijn poten belandt
De kater is geen huisdier
een eigenwijze gast
ik zal eerlijk zeggen
ik ben bang voor mijn kat