Een trutje met haar yogamatje
op haar rug gebonden
stapt haar zelfverzekerde passen
terwijl minderjarige schoffies
voor draaideuren
wachten op wie hun biertjes koopt
“het wisselgeld mag u houden”
de duwster van een kinderwagen
blèrt in de telefoon
welke ziektes hij kan krijgen
een baardaap zwaait met zijn krant
en prevelt een onverstaanbaar alfabet
op een dakterras blaast een rotkind
bellen in zijn yoghurtdrank
hij heeft het allemaal best begrepen
de kleinzielige wereld daar beneden
als je goed kijkt
zijn het allemaal bellen
het is wachten
tot er een knapt