Staand op de zolder van de hoogste kerk in de provincie
staar ik in de vertes
hoe een wolkendek zich losweekt van de hemel
(zo anders dan mist)
maar nog niet gaat liggen
hoe een vogelspotter een figurant wordt
hoe alles zo klein en zo dichtbij lijkt
hoe de stad zich van boven toont als een naakte vrouw
en ze voor me ligt
hoe ze zwijgt, ze zwijgt
hoe de stad volledig zwijgt